Enerzijds houden tienerzussen en -broers zielsveel van elkaar, anderzijds doen ze niets liever dan roepen, discussiëren, negeren, ruziën, … Het is heel normaal dat je kinderen ruzie maken. Maar het is zeker niet makkelijk om als ouder de juiste houding aan te nemen tijdens een hoogoplopende discussie.
Twee valkuilen om serieus rekening mee te houden
Valkuil 1: het rollenpatroon versterken
- Bij ruziënde zussen en broers schuilt het gevaar dat we vaak dezelfde persoon als ‘dader’ bestempelen en de andere als ‘slachtoffer’. Eigenlijk versterken we daardoor het rollenpatroon,want kinderen gedragen zich vaak naar de rol die ze krijgen toebedeeld.
- Noem je je kind bijvoorbeeld altijd een sloddervos, dan wordt het bijna vanzelf echt een sloddervos. Je tiener zal beginnen te geloven dat hij echt niet goed orde kan houden. Waarom zou hij dan moeite doen? Het is dan trouwens extra krachtig om je kind een taak te geven die niet typisch voor hem lijkt. ‘Hey, we gaan de keukenkasten herorganiseren. Fun (haha). Dat lijkt me echt iets voor jou.
Maken ze ruzie? Jij bent de commentator, niet de scheidsrechter.
Anky De Frangh, klinisch psychologe
Valkuil 2: als ouder de ruzie willen oplossen
Een andere valkuil is dat we als ouder vaak proberen ruzies voor onze kinderen op te lossen. Maar het is niet onze verantwoordelijkheid om hun problemen op te lossen. We doen dat graag omdat we het liefst vrede in huis hebben. Maar op de lange termijn helpt dat je kinderen niet. Ze moeten juist leren luisteren naar elkaar en het zelf bijleggen.
4 tips om discussies bij jouw tieners in huis aan te pakken
- Vermijd scheidsrechter spelen, maar wordt commentator! Probeer de dingen neutraal te beschrijven. ‘Wow, ik zie dat jullie allebei op ontploffen staan. Wat is er aan de hand? Vertel?’
- Maak ruimte voor de twee verhalen. Geef ook in het begin goed aan dat je naar beide kinderen zult luisteren, want er is er altijd eentje die mag beginnen. Bonus: je tieners hebben dan zelf meteen ook de twee kanten van het verhaal gehoord.
- Probeer het probleem niet op te lossen, maar leg de bal in hun kamp. ‘Dan moeten jullie een compromis bedenken. Succes!’ Of: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat jullie dit gaan oplossen.’ En ondertussen ga jij de was doen, of neem je dat hoogdringende, ontspannende bad. Maak aanspraak op hun probleemoplossend vermogen. Ze kunnen dat echt wel.
- Voel je dat de emoties nog heel hoog oplopen? Las dan misschien een time-out in, want dan kunnen ze niet tot een constructief gesprek komen. ‘Jongens, misschien is dit niet het moment om een oplossing te bedenken, want jullie zijn allebei nog over jullie toeren. Ga even afkoelen op je kamer en kom later samen om een plan te bedenken.’ Stuur dan wel beide partijen naar hun kamer, niet een van de twee terwijl de ander gezellig bij jou mag blijven. Anders voelt het als een straf.
Op zoek naar meer antwoorden om je tiener beter te begrijpen?
Luister live mee naar de LifeTalks sessie met klinisch psychologe Anky De Frangh of ontdek het in het boek Ouders komen van Mars van Anky De Frangh en Evelien Kayaert.
In samenwerking met Lannoo.