Een uitknop voor mijn gepieker graag

Lig jij ook nachtenlang wakker en nemen jouw piekergedachten het dan van je over? Filip Raes geeft concrete tips om je relatie met je gepieker te veranderen zodat je niet meer verstrikt raakt in het eindeloze geworstel.

Filip Raes, Gedragstherapeut

"Laatst kwam er een man bij me in de praktijk. ‘Wat kan ik voor je doen?’ vroeg ik hem. En haast nog voor ik hem de vraag had gesteld, zei hij al meteen: ‘Ik zoek een muteknop.’ ‘Een muteknop, zegt u?’ ‘Ja, een uitknop, een muteknop, voor hierboven (wijzend naar zijn hoofd), voor dat ellendige gepieker, ik wil dat het ophoudt, dat het stopt. Ik wil het echt gewoon niet meer horen. Ik word er knettergek van.’

Wanneer mensen in mijn therapiepraktijk me zoiets vragen, moet ik me altijd inhouden om niet onmiddellijk naar mijn kast toe te lopen, een lege schuif open te trekken, om dan tegen de persoon in kwestie met een teleurgestelde blik te zeggen: ‘Ah, jammer. Ik heb mijn laatste muteknop net met de vorige cliënt meegegeven. We gaan dus iets anders moeten bedenken voor je gepieker.’  (Spoiler alert: er bestaat dus helemaal geen muteknop voor ons gepieker.)"

Piekeren is een mentale strijd

"De meesten van mijn cliënten hebben werkelijk waar al alles geprobeerd om het piekeren het zwijgen op te leggen. En ze zijn vaak bereid om gelijk wat te doen, zolang het hen maar afhelpt van dat verschrikkelijke gepieker. Eén cliënt verwoordde het ooit zo ‘Filip, als jij me zegt dat ik elke dag tien keer rond de kerktoren bij ons moet dansen om ervan af te geraken, dan doé ik dat.’

Nagenoeg alles wat mensen proberen om gepieker te doen stoppen werkt niet. Misschien soms voor heel even. Maar niet veel later is het er weer. Een pijnlijke basiswet uit de psychologie: hoe meer je probeert bepaalde gedachten niét te hebben, hoe meer je die gedachten net wel gaat hebben. En vaak komen die gedachten dan nog luider, langer en vaker dan voorheen opzetten. Je kent dat experimentje misschien wel: denk één minuut lang aan alles wat je wilt, maar denk níét aan – pakweg – Vladimir Poetin.

“Probeer eens dit experiment: denk één minuut lang aan alles wat je wilt, maar denk níét aan – pakweg – Vladimir Poetin”

Probeer het maar eens. Sluit je ogen en denk een volle minuut lang aan wat of wie dan ook, maar dus níét aan Poetin. En houd ondertussen in je hoofd even bij hoe vaak je per ongeluk toch even aan Poetin denkt of hem voor je ziet. Klaar? Succes. Start!
Je mag het echt een keer proberen hoor. Maar ik kan je alvast vertellen wat er gaat gebeuren. Je gaat in heel je leven nog nooit zo intens aan Poetin gedacht hebben. Het ‘niet willen hebben’ van een gedachte werkt dus averechts. En zo ook met gepieker dus. Hoe meer je niet wilt piekeren, hoe meer je je ertegen verzet, hoe meer je net wél gaat piekeren.

Dus als het piekeren niet zozeer het probleem is, maar wel die mentale strijd die we ermee voeren in ons hoofd, dan moeten we misschien maar eens kijken of we vanaf nu die strijd niet beter kunnen staken. Uit het verzet blijven."

Sluit vrede met jouw gepieker

"Als het piekeren er dan toch altijd zal zijn, hoe ga je het dan vanaf nu met je meenemen in je leven? Welke houding ga je vanaf nu aannemen tegenover je gepieker? Hoe gaat vanaf nu je relatie met je gepieker zijn? Want het zal er altijd zijn, het zal altijd met je meelopen, dat gepieker. En als ertegen vechten niet werkt, je alleen maar uitput en het nog erger maakt?

“Vechten tegen piekeren maakt het alleen erger”

Wel, dan denk ik dat je het beste dat gevecht staakt en je relatie met je gepieker minder vijandig maakt – want je zit toch voor de rest van je leven met elkaar opgescheept: jij en jouw gepieker. Dan kun je er maar beter op een of andere manier vrede mee sluiten, en de relatie iets luchtiger en gemoedelijker maken. En dat kun je op duizend-en-een manieren.

Metaforen als hulp

Eén voorbeeld? Metaforen of beelden kunnen helpen bij het veranderen van je relatie met je gepieker. Mijn persoonlijke favoriet is ‘de cactus’. Je kent ze wel, die hele kleine bolcactusjes. Ons gepieker zal nooit helemaal weg zijn en we zullen het altijd wel op een of andere manier met ons meedragen. Het gepieker (die cactus dus) levenslang meedragen. In je hand. En hoe zou je die dan houden in je hand, die cactus, als je die de rest van je leven echt moet meedragen?

De meesten van ons zijn er tot nu toe mee aan het vechten of worstelen. Dat kun je verbeelden als dat je je hand dichtvouwt, om de cactus heen, en dat je dan heel erg hard je vuist gaat dicht knijpen. Dat is vaak hoe wij mensen reageren op ons gepieker. Je beseft meteen dat dit een pijnlijke zaak wordt met al die naalden die in je hand prikken. Dat is wat verzet tegen gepieker doet: het doet nog meer pijn. Wat kunnen we dan het beste wel doen?

Wel, die gespannen greep loslaten en de cactus gewoon laten rusten op je hand. Je hand openen dus. De cactus er gewoon laten zijn. Merk je het verschil? Het is er nog wel, dat gepieker. Je kunt ernaar kijken, maar je laat die knellende handgreep los. En zo stop je ook de strijd met de cactus, met het gepieker, waardoor al die extra pijn (van de naalden, van dat geworstel en vechten met je gepieker) er alvast niet meer is.

Mijn klinische ervaring en praktijk heeft me geleerd dat die cactus voor veel piekeraars een zeer helpende metafoor is wanneer ze weer even vastlopen in dat gevecht met hun gepieker."

In samenwerking met Lannoo.

Wie is Filip Raes?

Filip Raes is professor psychologie aan de KU Leuven. Hij doet wetenschappelijk onderzoek naar wat mensen kwetsbaar maakt voor emotionele problemen zoals depressie en angst. Hij richt zich daarbij vooral op de nefaste rol die piekeren speelt. Daarnaast ontwikkelt en onderzoekt hij behandelingen die die kwetsbaarheid aanpakken en is hij actief als psycholoog en gedragstherapeut in PraxisP aan de KU Leuven en in een privépraktijk te Kapellen. Hij is een gewaardeerd opniemaker en veel gevraagd spreker in Nederland en Vlaanderen over thema’s als piekeren, mindfulness, angst en depressie.