De 5 ontwikkelingsfasen van Tuckman: in welke fase zit jouw team?
Hoe langer een team samenwerkt, hoe beter en effectiever de samenwerking verloopt. Door regelmatig over de groepsdynamiek te reflecteren, kunnen teamleden zich beter op elkaar afstemmen en gerichter streven naar gemeenschappelijke doelen. Bruce Tuckman onderscheidt 5 fases in de ontwikkeling van een team. De fases helpen om groepsdynamieken binnen teams te begrijpen en geven bovendien een constructief kader voor een teamevaluatie. Benieuwd in welke fase jouw team zit?
Tuckman’s model als leidraad voor teamontwikkeling
Volgens Bruce Tuckman doorloopt elk professioneel team 5 fases: Forming, Storming, Norming, Performing en Adjourning. Elkaar leren kennen, teamdoelen bepalen, rollen vastleggen en interne conflicten oplossen zijn allemaal deel van de ontwikkeling tot een succesvol team. Hoe verder een team zich kan ontwikkelen, hoe meer de teamleden kunnen focussen op effectief en productief samenwerken.
Hoewel je Tuckman’s 5 fases makkelijk als een lijnrechte evolutie kan beschouwen, is dat niet altijd het geval. De ontwikkeling van elk team is anders, en sommige teams blijven zelfs in bepaalde fases vastzitten. Dan biedt Tuckman’s model een hulpmiddel om frustraties te kaderen en constructief naar oplossingen te zoeken. Dit overzicht schetst de kenmerken van elke fase en ook de verantwoordelijkheden van de teamleider.
De 5 fasen van teamontwikkeling
- Forming
In deze fase is je team nieuw en jong en leren de teamleden elkaar beter kennen. Ze voelen zich enthousiast over het nieuwe team, maar tegelijk ook onzeker over de rol die zij in het team zullen opnemen. Er is een sterke afhankelijkheid van de teamleider voor richting en structuur.
Als teamleider ben je verantwoordelijk voor het organiseren van teamactiviteiten die teamleden helpen elkaar persoonlijk en professioneel te leren kennen. Ook belangrijk: een teamcharter opstellen. Dat zorgt voor duidelijkheid over teamdoelen, verwachtingen, en individuele rollen vanaf het begin. - Storming
Je team ontdekt in deze fase dat niet alles loopt zoals verwacht. Onderlinge verschillen in communicatie of aanpak zorgen voor frustratie en boosheid. Dat kan leiden tot conflicten, twijfel over de groepsdoelen en vragen over jouw leiderschap.
Het is belangrijk dat jij als teamleider je teamleden aanmoedigt om hun gedachten en gevoelens op een constructieve manier te uiten. Open een dialoog waarin elk teamlid zonder oordeel kan communiceren. Focus op de teamdynamiek en doe aan conflictbeheersing. - Norming
De kloof tussen de eerste verwachtingen en de conflicten wordt kleiner in deze fase. De onderlinge frustraties en conflicten zijn van de baan en teamleden tonen meer begrip voor elkaar. Jouw team functioneert als 1 geheel, verlegt de focus naar de teamactiviteit en ontwikkelt eigen normen en regels voor samenwerking en communicatie.
Het is aan jou als teamleider om positieve teamnormen en gedragingen te herkennen en te versterken. Daarnaast bevorder je teamwerk door teamactiviteiten te organiseren die de samenwerking verbeteren.
- Performing
Jouw team werkt in deze fase effectief samen en bereikt de vooropgestelde doelstellingen. Er is een veilige werkomgeving die steunt op wederzijds vertrouwen en openheid. Het team is trots, de sfeer is goed en de teamleden kunnen zelfstandig functioneren zonder supervisie.
Geef als teamleider de ruimte en het vertrouwen aan je teamleden om zelfstandig te werken. Erken en vier de successen van het team om hun motivatie en betrokkenheid te waarborgen. Blijf wel waakzaam voor een terugval uit deze fase: het vertrek van een teamlid of een externe gebeurtenis kunnen de productieve samenwerking van het team verstoren. - Adjourning
In deze fase verandert de werking van je team drastisch. De aanleiding daarvoor kan een nieuwe teamleider zijn, nieuwe teamdoelen of ook de ontbinding van het team. Teamleden reflecteren op hun ervaringen, en sommige kunnen gevoelens van verdriet, angst of onzekerheid voelen.
Het is jouw taak als teamleider om een platform voor teamleden te bieden om hun ervaringen te delen en afscheid te nemen. Geef ruimte voor gevoelens van verdriet, angst en onzekerheid. Erken de bijdragen van elk teamlid en vier de behaalde resultaten. Rond het werk degelijk af en draag projecten over.